taal van verbeelding
Gedichtenreeksen
Gedichtenreeksen
Centrumpraat ( 1 )
met het oog op kerst
ik kom binnen
via de Marktstraat
één wekelijks
kraamt koopwaar zichtbaar
van alle markten thuis
het goede leven uit
linksaf geslagen zie ik
dat geld ongeteld
alsof het niks is uit de gleuf
van automaat stroomt
iets verderop bij C & A
- ’t is heus - kijkt Sinterklaas
me vreemd vroom aan
vanuit de etalage
ik geloof niet dat
ik stout geweest ben
’t is koud - hier
aan de Promenade
hangt tegen ’t blauw
het groen van kerst
al op zijn paasbest
in de lucht
ach wat is tijd
een paar woorden slechts
een zucht
waaraan we zijn gehecht
Centrumpraat ( 2 )
met het oog op kerst
de vreemde man
die heilig wordt genoemd
is spoorloos verdwenen
uit het Centrum
ja diegene die met zijn knechten
binnenkomen mocht
waarvan het zwart- zo wenst men -
dreigt te verbleken
inmiddels is bij Jumbo
tussen het bedrijfsgeel
een groene poort verrezen
voor elke portemonnee
die binnenkomt
en in de etalages glimt
en glittert het
als sterren aan de hemel
bij Greenfield is er
al één die feller brandt
ik koop bij C & A een pet
tegen de kou maar kwam
nergens bekenden tegen of
’t moet die man geweest zijn
in de spiegel bij de Xenos
Centrumpraat ( 3 )
met het oog op kerst
via de noordzijde
nader ik het centrum
door ’t park waar wind
zeer dun van vel vrij spel heeft
de schapen van het Dierendal
blaten binnen
een toekomst ongewis
vanwege vogelgriep
als dat maar goed komt
voor kerstnachtmis immers
het is in open veld
waar er geteld wordt
even verderop
rechts in de hoek van Marktstraat
wil men een levenloze Spar
het licht doen zien
misschien dat het nog lukt
voordat de vroege schemer
blozen gaat maar dozen
met verlichting staan nog ingepakt
en het is net
alsof de hemel met zijn koperkleur
zegt dat er iets
staat te gebeuren
Centrumpraat ( 4 )
met het oog op kerst
het centrum licht bijna
hemels op
in deze winterlate avond
waar schichtig donk’re schaduwen
de wind verdelen
over het lege Gouweplein
en verder is het
deze zondag stil geweest
de politiek heeft
’t zo beslist daar helpt
geen komend kerstmis aan
en ook de Kerstman
met zijn rode muts
en aangeplakte witte baard
was niet paraat in dit geval
‘k vervolg mijn rondje
nog even voor het slapen gaan
de etalage ’s zijn al donker
en schikken zich verleiding loos
in ’t gapen van de tijd
ik kijk omhoog
er is geen ster te zien
de hemel grijs
lijkt werelds in te slapen
inmiddels brandt al wel
de Spar bij dag en nacht
aan ingang van de Marktstraat
en zachtjes hoor ik het gezang
althans dat dacht ik
maar ’t kan ook verbeelding zijn
Centrumpraat ( 5 )
met het oog op kerst
het is regenachtig deze dag
de temperatuur hier in ’t Centrum
is winters zacht de straat glimt
als was ie uitgeprint
voor een reclameboodschap
panden die nog te huur zijn
worden in zwart wit
gecamoufleerd met het
verleden
zo is er achter ’t glas
geen sprake van
een kerstgedachte
verderop bij Nelson
pronkt een poster
korting vijftig procent
op alle schoenen
da ’s toch mooi meegenomen
onder ‘t pak dat we
een kerstkleed noemen
bij Gall & Gall
heft men transparant het glas
zo is er en passant geen ontkomen
aan de tijdgeest waar crisisbreed
de welvaart leeft
ik lees aan ’t raam geplakt
dat in de Doorsteek
een Kerstman is gaan wonen
ooit was er ergens geen plek
voor ’t kind waarvan men droomde
maar hier in ’t Nieuwe Centrum
lijkt klein geluk niet stuk te kunnen
al blijkt bij de Galerie
waar ware kunst wordt uitgestald
dat er geen enkel lichtpunt
naar de hemel valt
Centrumpraat ( Slot )
met het oog op kerst
het lijkt te stokken
de centrumpraat
al kan ’t geen kwaad
er nog wat rond te dolen
tenslotte is het nog geen kerst
en winkeliers ze gaan dan ook
tot aan de stress om alles luister
bij te zetten
zo is er
kerstbrood
kerstrood
de vette randjes
van de
kerstrollade
kerstkalkoen
kerstgroen
kerstboom
kerstroom
Kerstman
en
familie Alleman die zijn er ook
oud en vertrouwd
wij en zij
jij en ik
we kunnen het niet laten
opeens hoorde ik een kinderstem
Mam is dit nu Bethlehem
en 't kind wees richting roltrap
waar een zwerver
zijn laatste hap nam
van ’t brood uit afvalbak
Bovenstaande reeks is geschreven in 2014. Winkelcentrum Gouweplein was toen net geopend.