taal van verbeelding
Ouder worden
Slijtageslag
ze zit voor ’t raam
in haar peignoir
het
leven slijt
op het trottoir
wandelt tijd
een
andere richting uit
ze twijfelt ontijdig
aan de schemer
evenals
de hemel
zonder maan
staat op
ruikt
aan de cyclaam van vroeger
zoals
moeder ook al deed
dat ze
dat nog weet
ze ontwaart haar foto
in de vensterbank
staart begrensd
nu ze zo staat
verbaast
het mij
hoe mooi en slank
ze eigenlijk nog is
gaat
naar bed
niemand die zegt
hoogtijd
als
ze zich neerlegt
voelt ’t matras nog warm
alsof er iets slijt
Nieuw leven
gevallen blad verouderd
in rimpelig proces
’t wordt metterdagen kouder
onder de lijsterbes
muf geurt drassig de grond
blad verloren in één kleur
eenzaam in de schemeravond
overgeleverd aan willekeur
bladnerf tekent scherp flauw lijnenspel
staat van ontbinding zeer nabij
onontkoombaar rottingsgezwel
het nieuwe leven kleurrijk dichterbij
Veroudering
jij die mij zoekt
tussen
het hoge poldergras
kussend proeft
in overrijpe braamstruiken
roept
boven de wind van bomen uit
opdat
ik me laat vinden
of ik dat wil
die overkill
greep op mijn
afgedaan
bestaan
‘k trek me terug
laat je mijn rug zien
als
ik
languit schuil in
verbloedend herfstwild
van de bermen
ach
mij beschermen
heeft
geen zin nu
nazomerzon mijn
dunne haar streelt en
mocht
je me toch vinden
jij die herbaart
dan
draai ik me om
zal het
weer voorjaar zijn
tijd
van opnieuw
beginnen
Je bent mens
bij geval
krijg je kanker
(rotwoord)
of wordt je
dement
(rotwoord)
vroeg of eerder
later of laatst
ernstig
ziek
je weet het
niet tevoren
geneeslijk
of
ongeneeslijk
je weet het nooit
de één oud
de ander jong
een enkeling niet
je weet niet
waarom
niemand niet
het is
ondenkbaar
denkbaar en
eigenlijk
weet je wel
waarom
want je bent mens
kwetsbaar mens
maar mooi
voor altijd
en eeuwig
mens
Het weggaan
je hebt al
verlaten
deze oude stad
deze stad van gisteren
toen je
nog jong was
je
had nog
achterom gekeken
de
populieren
bogen zich
de zo oud
vertrouwde
populieren
ze wisten
alsof
alsof ze wisten
nu lig je hier
alleen
ik ben bij je
je zegt niets
en
ik ook niet
verlaten
is zo leeg
Ouder worden
Tijdsbeeld
tik - tik – tik
de klinkers in de laan
veren op
bomen knikken eerbiedig
als hoge heren
tik - tik
gebogen vinden herinneringen
lucht
hangen oude dromen tegen
een strak blauwe hemel
tik - tik
tik - tik
een zucht valt neer op ’t bankje
en zon flirt even met de tijd
om wat respijt
te reserveren
zo dwalen flets vermoeide ogen
door de laan
heeft renovatie een blinde vlek
geslagen in het geheugen
tik - tik - tik
de klinkers slikken haastig
hun eerste woorden in
nu hij de zinnen heeft verzet
hij gaat weer en
de zon omarmt het tijdsbeeld
Patroon – tekenen
Wolkenpatronen doen mij haar
gezicht verbeelden ik staar
naar mijn gewoonte zoals destijds
bevangen door je ongedeelde schoonheid.
Patronen veranderen door de wind
je beeld belandt in ’t kind
geboren uit de dromen van het zaad
verzonken in gedachten laat
jij mij verlangend achter.
Ouder worden
Gedragen
een spraakwaterval
is ze
tal van verhalen
meer nog
dan rimpels
in ’t gezicht
ik wimpel beleefd
het koekje af
m’n kopje is al leeg
ze licht nog toe
dat hij het deed
dat slaan
omdat de tijd
onzeker was
haar handen trillen sterker nu
ze zou wel willen
dat het anders
was geweest
genoeg zegt ze
genoeg vertelt vandaag
traag komt ze overeind
leunt zwaar op haar
rollator - het schijnt dat die
haar dragen wil
Bedompt
’t is stil en dor
in levenstuin waar
afgevallen blad
donkerder dan bruin
onzichtbaar is
in zwarte grond
die slechts nog
klontert
en specht
die boom bezoekt
verwonderd zich
ontdekt
hoe holheid vrijt
met dat wat
kwetsbaar is
in hoge ouderdom
het ruikt reeds
naar de tombe
Verzorgingshuis
’t valt bovenop je
meteen al bij binnenkomst
de bedompte warmte
van het ouder worden
de achterliggende tijd
wordt ingesloten
tussen muren van
ongeveer vier bij vier
buiten kleurt het
jonge groen
bij te lage temperaturen
de bloesem roze wit
als ik er zou moeten wonen
schreef ik als ik nog kon
de muren vol met leven
misschien wel uit protest