taal van verbeelding
Ziekte en sterven
De pas ingetreden dood
het heeft nog
van alles twee
ogen
oren
handen
voeten
en nog wat haren
maar het is
zo mager
zo bewegingloos
zo toekomstloos
zo als een akker
zonder voren
zo zonder stem
zo uit de tijd
tekent een pen
de waarheid
zwart op wit
zo krijgt
het levenloze
status
en wij – wij hebben
van alles nog
te doen – fatsoen
voorop
kaarsen
aansteken
elkaar een kus
te geven
bloemen op de
plek van ongeluk
en graf
kransen
teksten
sprekers
poëzie en het
onbetwistbaar
levenslied
niet te vergeten
alsof het leven
even nog zijn hart
ophalen wil aan
het gemis
waarvan wij spreken
dat het dood is
Als rouw rauw is
ik heb mijn pen
in zwarte inkt gedoopt
opdat
dit uur van dood
zich terugvindt
in vuur
van het verlangen
en al het bange
van voorheen
gestild zal worden
in
slechts een enkel woord
dat onbewust
aan dit papier
zich hecht tot troost
zal zijn als kus
van hem
die jou zo lief
geworden is
Flirten met de dood
nu ik je nader en
je geluiden zijn als
klaterend water zie
ik vader wenken aan
de randen van jouw
bestaan
het denken gaat hier
met mij op de loop
hoop bleek bij hem
verbonden aan de
wonderen van zegen
het kind in mij
veranderde mijn tred
net of
de vogels luider
gingen zingen
een vlinder streek
toen ik even was
gaan zitten neer op
de rug van
mijn linkerhand
zou het de beminde zijn
ach dit zo te dichten
het lijkt op flirten
met de dood
De open tuin
namen
ontwaakt uit steen
rechtop gezet
eerder
ontkwamen ze aan
wat men heengaan noemt
een plot met god en zo
maar deze
open tuin is desalniettemin
de stilte aan ’t bevloeien
wil vroegte ruimte geven
de bomen die er staan
beginnen langzaam uit te lopen
het is niet
te voorkomen
dat eens de stenen bloeien
eens namen
in de tijd herklinken
die eerder hinkten
op één been
Je bent mens
bij geval
krijg je kanker
(rotwoord)
of wordt je
dement
(rotwoord)
vroeg of eerder
later of laatst
ernstig
ziek
je weet het
niet tevoren
geneeslijk
of
ongeneeslijk
je weet het nooit
de één oud
de ander jong
een enkeling niet
je weet niet
waarom
niemand niet
het is
ondenkbaar
denkbaar en
eigenlijk
weet je wel
waarom
want je bent mens
kwetsbaar mens
maar mooi
voor altijd
en eeuwig
mens
Dat wat geen einde kent
ze hebben hier
gespeeld
gedeeld wat deelbaar was
tussen de lussen
van de tijd
gelachen bij een feest
gehuild bij een begrafenis bij
wat leven heeft gemist
ze hebben
gesproken en
besproken
gezwegen waar geen woord
meer past
nu
nu ze zijn toegevoegd
aan een lange rij van doden
bewierookt
met de geur van hemels bloed
herdenken en herkennen wij
de balsem witte windsels
bijeengeraapt
en opgerold
in t ‘graf
dat rotsvast openstaat
in stilte van
de nieuwe morgen